Menu

Zonhoven . Inspeling gerenoveerd Limbourg-Robustelly-Verschueren-Nagels orgel

Op zondag 2 juni wordt om 16.0Ou wordt het gerenoveerde orgel van de Sint-Quintinuskerk te Zonhoven opnieuw in gebruik genomen door de organisten Johan Hermans en Arno Kerkhof. De inwijding kadert in het feestelijk orgelpunt achter de ambitieuze renovatie van dit grote instrument dat al bijna 200 jaar is ondergebracht in de neoclassicistische Sint-Quintinuskerk van Zonhoven Centrum. De renovatie werd uitgevoerd door orgelmaker Marc Nagels.


De geschiedenis van dit orgel gaat evenwel verder terug dan die 200 jaar, en wel tot het midden van de 17de eeuw – een overzicht (*)

Een rijk verleden

Abdij Val Saint-Lambert
Het “Robustelly” orgel (we spreken voor het gemak vaak over het “Robustelly” orgel, maar eigenlijk zou het correcter zijn te spreken van het “Limbourg-Verschueren” orgel, want het huidige instrument bevat zo goed als geen pijpwerk meer van de orgelbouwer Robustelly zelf) kent een lange, boeiende geschiedenis die aanvangt in 1664, wanneer de Luikse orgelbouwer Pascal Limbourg een éénklaviers orgel met 16 registers bouwt voor de voormalige Cisterciënzer abdij te Val Saint-Lambert. Dit orgel werd een eeuw later, in 1764, door de van oorsprong Duitse Luikenaar Guillaume Robustelly († 1793) omgebouwd tot een veel groter, drieklaviers instrument met een dertigtal registers. Er werd voor dit omvangrijkere instrument een nieuwe orgelkast in Rococo stijl gebouwd. Deze karakteristieke orgelkast huisvest nu nog steeds het huidige orgel in Zonhoven. Oorspronkelijk waren de buitenste torens van de hoofdkast voorzien van houten neppijpen, later (Verschueren, 1954-1959) werden hierin de pijpen van het pedaalklavier geplaatst, waaronder de tot 5 m hoge prestanten.

Franse revolutie en verhuizing naar Zonhoven begin 19de eeuw
Na de Franse revolutie werd de abdij van Val Saint-Lambert gesloten, waardoor het orgel zijn functie verloor. Het is vermoedelijk rond 1820 dat het werd overgeplaatst naar de toen zo goed als nieuwe, in 1788 voltooide, neoclassicistische parochiekerk van Zonhoven. In de verdere loop van de 19de eeuw werd het orgel met rust gelaten, en onderging het slechts enkele wijzigingen.

Neergang, begin 20ste eeuw 
In de eerste helft van de 20ste eeuw was het uit met het rustige bestaan van het Limbourg-Robustelly orgel. Het werd achtereenvolgens door de Limburgse orgelbouwers Ruef (1900) en Beckers (1932) naar de smaak van de tijd vrij ingrijpend gewijzigd. Enerzijds werd het orgel teruggebracht van drie naar twee klavieren. Het rugpositief werd leeggehaald en de kast ervan ingekort. Voor de sier bleef alleen het pijpenfront behouden. Veel van de oorspronkelijke, karakteristieke Robustelly registers werden daarbij ook verwijderd. Anderzijds werd de ‘tractuur’ (overbrenging van de toetsbewegingen naar de orgelpijpen) van het orgel omgebouwd van mechanisch tot pneumatisch (gebruik makend van ‘kegelladen’). Dit is een technisch minder ideale wijze om de beweging van het indrukken van een klaviertoets om te zetten in de activering van de luchtstroom voor het aanblazen van de pijpen. Het effect van al de doorgevoerde wijzigingen was dat de oorspronkelijke heldere en boventoonrijke klank van het Limbourg-Robustelly orgel verworden was tot een meer donkere en grondtonige klank. Van het oorspronkelijke orgel bleven slechts de orgelkast en een tiental registers bewaard. De nieuwe speeltafel werd opgesteld aan de zijkant van de orgelkast, hetgeen niet ideaal is aangezien de organist de orgelklank dan via een omweg hoort.

Vergroting, vijftiger jaren
Na de 2de wereldoorlog werd de historische waarde van het orgel herontdekt, en volgde klassering als monument . Tevens moest het dringend gerestaureerd worden, waarvoor een adviescommissie in het leven werd geroepen. Uiteindelijk werd in 1953 het restauratie- & ombouwplan van orgelbouwer Emile Verschueren uit Tongeren goedgekeurd door het toenmalige ministerie van Monumenten en Landschappen. Hierbij werd het tweeklaviers orgel weer vergroot tot 3 klavieren, en werd er een volledig pedaalklavier aan toegevoegd. De kast voor het rugpositief werd weer in gebruik genomen en vergroot, het kreeg 7 registers. De hoofdkast van het orgel werd 1 meter naar achter geplaatst om ruimte te creëren voor het uitgebouwde rugpositief. In totaal bevatte het vernieuwde orgel nu 40 registers, en was het weer bruikbaar voor het opluisteren van de erediensten en voor concerten. De nieuwe, moderne speeltafel werd opgesteld aan de rand van de balustrade, waardoor de organist een beter zicht kreeg op hetgeen er zich beneden afspeelde, en van hieruit de orgelklank toch nog rechtstreeks kon horen.

Renovatie
Na de voltooiing van de externe- en interne restauratie van het kerkgebouw (opnieuw in gebruik genomen op 6 juni 2009) was het duidelijk dat ook het orgel nog een grote beurt moest krijgen: de functionaliteit ervan was niet meer voldoende (veel mankementen maakten de organisten het leven zuur), en ook de klankverhoudingen klopten niet. De basisklank van het orgel kwam te weinig tot uiting, en de hogere registers hadden een schreeuwerige klank. Om hieraan te verhelpen werd elke orgelpijp individueel, register per register, opnieuw geïntoneerd (geijkt qua klankkleur). Dit is een heel secuur werk waarbij de orgelbouwer ook de onderlinge balans van de registers op punt moet stellen. De schreeuwende pijpen leerden opnieuw zingen en kregen mooie aanspraken; alle klankverhoudingen werden in de mate van het mogelijke naar een evenwichtig klankbeeld gebracht. Dit leidde tot een ware renaissance van het orgel. Tevens moest de bouwvallige en scheefgezakte orgelkast grondig worden hersteld en gerenoveerd, en degelijk worden gefixeerd aan de muur. Dit was in de eerste plaats dringend nodig voor de veiligheid!

Fasering
Het renovatie project werd in 2 fasen uitgevoerd. In 2011 werd eerst het rugpositief onderhanden genomen. De pijpen werden naar het atelier van Marc Nagels gebracht, ter plaatse hersteld en geherintoneerd. De frontpijpen werden met tinfolie omhuld, waardoor ze weer mooi schitteren, als waren ze nieuw. De klank van het geheel werd krachtiger en meer barok. Tevens werden in deze eerste fase de speeltafels volledig hersteld. Honderden contactpunten werden zuiver gemaakt, en versleten schakelaars en knoppen vervangen door nieuwe. In 2012 werd gestart met de renovatie van de grote orgelkast, waarbij eerst alle pijpwerk werd verwijderd. De kast, die bij nadere inspectie zowat op instorten bleek te staan, werd vervolgens opgekrikt beter gefundeerd, en langs de binnenzijde op diverse plaatsen van trekstangen voorzien. De kast kreeg zo zijn verband en stabiliteit terug. Verder werden alle pijpen van het pedaalwerk, het hoofdwerk en het zwelwerk (derde klavier, deel van het orgel dat apart in de orgelkast staat en waarvan het volume middels houten jaloezieën kan worden geregeld) gerepareerd, schoongemaakt en geherintoneerd. Alle frontpijpen kregen hun tinglans terug door middel van een zuurbad of door het aanbrengen van een laag tinfolie. Veel kleine en grote mankementen werden verholpen, teveel om hier in dit kader op te noemen. 

Verbeteringen
Er werden ook enkele verbeteringen in de registers gerealiseerd: het zwakke en moeilijk te stemmen register ‘Regaal’ werd opgewaardeerd tot een ‘Hobo’, en de eveneens te zwakke ‘Tolkaan’ (te weinig grondtoon) werd vervangen door een ‘Open Fluit’. Deze en andere wijzigingen aan het derde klavier laten met name toe de 19de-eeuwse romantische orgelliteratuur beter ten gehore te brengen. Maar ook de uitvoering van barokwerken komt nu beter tot zijn recht, dankzij de sterk verbeterde klank van hoofdwerk en rugpositief. Alles bij elkaar mogen we spreken van een geslaagde renovatie, waarbij orgelbouwer Marc Nagels Zonhoven voor de komende jaren met stip op de orgelkaart van België heeft geplaatst. We zouden nu kunnen spreken van het Limbourg-Verschueren-Nagels orgel.

Tekst: Egbert Kuijk, maart 2013, Hasselt 

(*) Bron: “Geschiedenis van de orgels in de Sint-Quintinuskerk te Zonhoven”, privé publicatie ter gelegenheid van de tentoonstelling “Kunstschatten in de Sint-Quintinuskerk te Zonhoven van 11-20 november 1977”, opgesteld door Joris Gorsissen en Erik Vandevoort, november 1977

Tous les messages »

Posté le 25 mei 2013