Menu

Restauratiepremie voor de orgels van Sint-Salvatorkathedraal te Brugge

Minister Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en minister van Onroerend Erfgoed, heeft een restauratiepremie van 1,6 miljoen Euro vrijgemaakt voor de restauratie van de orgels van de Sint-Salvatorkathedraal te Brugge.

In de Sint-Salvatorkathedraal van Brugge omvat de restauratie twee orgels: het 20ste-eeuwse Klais-orgel achteraan op het doksaal en een barok Van Eynde-orgel, dat zal worden opgesteld op een doksaal voor de kooringang van het zuidelijke transept. Om dat het pijpwerk van het Van Eynde-orgel zich momenteel in het Klais-orgel bevindt, dient de restauratie van beide orgels gelijktijdig te verlopen. Het historisch binnenwerk van het Van Eynde-orgel heeft in de loop van de twintigste eeuw veel schade opgelopen. Ook de restauratie van de rijk gesculpteerde kast vraagt arbeidsintensieve restauratiewerken.

Geschiedenis van het orgel
Gedurende de paar eeuwen van zijn bestaan werd het orgel talloze keren verbouwd door verschillende orgelbouwers in opdracht van het bisdom en van de provinciale overheid. Het historische gedeelte van het instrument dateert van 1717 en is dus een voorbeeld van de laatbarok die in de 18e eeuw in Vlaamse streken bloeide .

De opdracht ging uit van de dekenij van Sint–Salvators en er werd een contract gesloten met Jacobus van den Eynde, een gerespecteerde orgelbouwer uit Ieper. Het originele contract is bewaard in de archieven van het bisdom. Er werd afgesproken dat hij een orgel zou bouwen met drie klavieren: het hoofdwerk (zestien registers), een rugpositief (tien registers) en een echowerk (1 cornet IV sterk). Er zouden oorspronkelijk drie blaasbalgen moeten geweest zijn die het orgel "sonder enige alternatie" moest laten spelen. Jacob moest zelf instaan voor een stelling.

"Den aennemer is geobligeert den selven orgel te maeke vande alerbeste ende deughdelixte stoffe ende die te voltrekken en leveren twee iaer, twee maend inbergrepen."
"Aenden aennemer sr. Vanden Eynde moet worden betaeld de somme van acht gouden ponden groot, courant gelt 9 schellingen tot seven stuivers ende de andere spetie …"
"andere lonen nog vijftig guldens courant gelicke munte besproock voor sijnen kneght…"
"soo haest den orgel sal overgenomensijn sal aen Sr. Vanden Eynde betaelt worden zes gouden ponden groot met de vijftig guldenvoor sijne kneght. Ende de twee andere gouden ponden een iaer naer dato van d'eerste betalinghe…"

Daarnaast werd nog geëist dat hij een positief op eigen kosten zou installeren gedurende de werken en dat het orgel twee jaar zou moeten onderhouden worden op eigen kost. Dit was waarschijnlijk de grootste bestelling die van den Eynde ooit kreeg: maar het werd dan ook zijn onovertroffen meesterwerk!

Het contract is gesigneerd door alle betrokken partijen. Een keuringsverslag werd geleverd door Anthonius Mouqué op 14 oktober 1719. Het resultaat was "een goet ende meesterlijck werck, ende van goede armonie…".

Meerdere orgelbouwers hebben aan het orgel gewerkt: zo o.m. Jacobus, Andries en Domenicus Berger, Lambert Benoit Van Peteghem, J.G. en S.G.en Louis Hooghuys, en G. Cloetens. Hiertoe aangemoedigd door bisschop Henricus Lamiroy, besliste de Kerkraad op 7 april 1935 om het koordoksaal te verplaatsen en aldus het hoogkoor te openen. Via Dom Krebs van de abdij Keizersberg te Leuven werd de opdracht om het orgel te verplaatsen en te vergroten toevertrouwd aan orgelbouwer Johannes Klais uit Bonn.De uiteindelijke ontwerp-tekening voor deze verbouwing werd opgemaakt door architect J. Viérin uit Brugge. Het orgel werd uitgebreid, mits aanpassing en inkorting van het 18de eeuwse pijpenbestand. Dit gebeurde onder andere door het toevoegen van twee grote pedaaltorens. Het oorspronkelijke rugpositief werd verplaatst onderaan de kastvoet maar werd herleid tot een niet sprekend front. Een belangrijk gedeelte van het oorspronkelijke Van Eynede-pijpwerk is tot op vandaag bewaard maar in getransformeerde toestand. In de periode 1987 werd nog bijkomend historisch materiaal uit het orgel verwijderd, zo o.m. de oorspronkelijke Van Eynde-windladen van het Hoofdwerk. Ten gevolge van talrijke beschadigingen aan het pijpwerk en door zijn weinig functionele opstelling van het binnenwerk is het orgel aan restauratie toe, gepland in 2016-2018. (info: Wikipedia)

Alle berichten »

Gepost op 17 april 2015